Dag 15 Prutz - Glurns

14 juli 2010 - Glurns, Italië

Vanochtend met een flinke spierpijn aan het ontbijt in Pension Wallnöfer in Prutz. Vandaag staat de 2e Alpenetappe op het programma, de rit over de Reschenpass. Iets minder hoog dan de Arlberg maar desondanks was ik ook voor deze berg knap gespannen.
Ik begon trouwens als snel goed..... ca. 2 kilometer na aanvang zat ik al op een klim van zeker 8%. Mijn routeboek had over een dergelijke stijging niets gezegd. Heb ik dus 1,5 kilometer voor Jan Joker geklommen en kon weer terug om nu wel de goede afslag te nemen.
Ik had ongeveer 26 kilometer de tijd voor de echte klim. Een behoorlijke wind had ik vol tegen. Nog even een stukje door Zwitserland gefietst en ik stond aan de voet van de Norbertshöhe (1454 m). Om boven te komen moest ik een 6 kilometer lange klim maken met een stijgingspercentage van 7%. Hoe, weet ik niet meer, maar ik ben boven gekomen. Toch was deze hoogte niet het hoogste punt. De Reschenpas zelf ligt nog eens 100 m. hoger. De wind was op deze hoogte helemaal verschikkelijk, zeker kracht 6 vol op de kop. De Reschenpas zelf ligt op een hoogte van 1520 m. maar het fietspad, waarover ik reed, lag nog eens 20 meter hoger. De pas zelf stelt helemaal niets voor, een kale bedoeling. Ik moest, volgens de Reitsmaroute, het fietspad ten westen van het stuwmeer volgen. Een fietspad met korte, hevige klimmetjes van soms wel 15%.

Na het stuwmeer te hebben gepasseerd was het met het klimmen gedaan. Een afdaling met een lengte van 8,5 kilometer met een dalingspercentage van 5 tot 18%! De moeilijkheid hierin was dat ik voorzichtig moest zijn met de remmen. De snelheid liep rap op tot boven de 60 kilometer per uur. Ik moest dan stevig afremmen tot ik weer 20 kilometer per uur reed en dan de snelheid weer laten oplopen. Met het gewicht van de fiets met de bagage (en ikzelf...) liep de snelheid erg snel op. Tussen de remsessies door hadden de remblokken de tijd om weer af te koelen.

Om 14:15 uur was ik alweer op de camping bij Glurns (Glorenza), een gemeentecamping. Volgens een bord moest ik maar zien waar ik mijn tentje opzette. 's-avonds zou er wel iemand langskomen om af te rekenen. Op de camping ontmoette ik een stel uit Oudewater. Zij waren per trein naar de Bodensee gereisd en zouden per fiets naar Florence rijden.
Ik ben die middag nog even naar het stadje Glurns gelopen. Dit stadje is nog geheel ommuurd en ademt nog steeds een middeleeuwse sfeer uit. Dit is ook het enige stadje in zijn soort in Zuid-Tirol. Het hele gebied Zuid-Tirol ziet er hetzelfde uit als Oostenrijk, dezelfde soort huizen en geraniums in bakken aan de gevels. Ook wordt hier gewoon Duits gesproken. Dit gebied was voor de eerste wereldoorlog ook gewoon Oostenrijks gebied, maar is na die oorlog geannexeerd door de Italianen.

Voor wat betreft de reis: ik moet nog maar 235 kilometer naar Bardolino. Omdat dit nog maar zo weinig is heb ik besloten er een dag korter over te doen dan gepland, dus nog maar 3 dagen in plaats van 4. Karin heeft voor mij en Evert-Jan telefonisch een pension gereserveerd in Rovereto voor de vrijdagnacht. Evert-Jan komt namelijk naar Rovereto toe om samen met mij de laatste etappe naar Bardolino te rijden.

Dagtotaal: 66 km. in 4:42 uur.

 

Foto’s